Een zeldzame vondst uit Wageningen

Afb. 1.De laat neolithische dolk

Twee jaar geleden vonden amateurarcheologen op de oever van de Rijn in Wageningen een ‘Romeinse lanspunt’. Onlangs werd deze herkend als een ongeveer 4000 jaar oude dolk of misschien een helbaard (afb. 1). Het is het derde exemplaar uit Nederland waarbij het verrassend is dat er twee uit Wageningen afkomstig zijn. Ook in het bronsdepot van Wageningen (afb. 2) is er een gevonden. Nu begint een spannende zoektocht naar de nieuwe vondst.Wat kunnen we precies over deze vondst te weten komen?

De datering

In het buitenland zijn verschillende studies over deze opvallende voorwerpen geschreven. Op basis daarvan weten we dat zij hoofdzakelijk voorkomen in de late steentijd en vroege bronstijd. Bij de nieuwe vondst zijn geen andere voorwerpen gevonden die goed gedateerd kunnen worden. We zijn daardoor afhankelijk van vergelijkbare vondsten uit het buitenland. Het is heel goed denkbaar dat deze gebruikt is door mensen van de klokbekercultuur waarover ik eerder schreef.

De functie

Het is een eenvoudig voorwerp dat gemaakt is van een dun blad met een ribbel en een bevestigingsplaat voor het handvat. De vier gaten in de bevestigingsplaat waren bedoeld om het handvat met bronzen nieten vast te zetten. Jammer genoeg is het handvat niet bewaard gebleven. Waarschijnlijk bestond het uit hout of bot. We kennen deze vorm uit grote delen van Europa. Vaak zijn deze voorwerpen groter en waren zij als helbaarden geschacht. Deze waren onder een hoek van 90 graden aan een houten steel bevestig. Met dit wapen konden dodelijk klappen worden gegeven.  De kleinere exemplaren konden ook als dolk zijn geschacht. In de komende weken wordt onder de microscoop gekeken of gebruikssporen iets kunnen zeggen over de functie van het Wageningense wapen.

De herkomst

bronsfragmentHet bronsdepot van Wageningen markeert de overgang van de steentijd naar de bronstijd (foto RMO)

 

 

 

 

Om te achterhalen waar het voorwerp precies van gemaakt is wordt onderzoek gedaan naar de legering en de aanwezige elementen.  Is het koperen of een koper-tin of koper-arsenicum legering? Het belang hiervan is dat het een aanwijzing kan geven over de herkomst van dit toen nog in ons land zeldzame metaal. Voor de herkomst zijn diverse mogelijkheden: Groot Brittanië / Ierland, Midden Europa of misschien zelfs van de Balkan.

De vindplaats

Het voorwerp is langs de Rijn gevonden. Dergelijke vondsten worden veelal aangeduid als depotvondsten. Voordat hierover een uitspraak gedaan kan worden moet echter eerst de exacte vindplaats worden bekeken. De Rijn liep in het laat neolithicum immers anders dan tegenwoordig. De Herveldse stroomrug, een voorganger van de Rijn, ontstond in het laat neolithicum en lag ongeveer op de plaats waar dit werktuig is gevonden. Misschien woonden er in deze periode wel mensen op de oever van deze rivier. Iets verderop zijn bij een onderzoek resten van deze laat neolithische bewoners terug gevonden. Ook moet gekeken worden of de dolk misschien met grind of klei van elders is aangevoerd. Op dit moment staat de vindplaats onder water waardoor we nog even geduld moeten hebben om aanvullende informatie te verzamelen.

Maar als het een depotvondst is dan is de grote vraag wat de reden was dat men het object in of bij de rivier deponeerde.

Wordt vervolgd….

Het zijn allemaal vragen waar nog geen antwoord op gegeven kan worden. Het onderzoek begint immers net op gang te komen. Daarbij wordt nauw samengewerkt met onderzoekers van de Universiteit van Leiden en de RCE. Binnenkort hoop ik u hier meer over te kunnen vertellen.