Wallen markeerden het landschap

IMGP3296Wallen hadden eeuwenlang tot doel om grenzen aan te geven of wild en vee tegen te houden. Op verschillende plaatsen zijn deze cultuurhistorische relicten bewaard gebleven. 

Tegenwoordig wordt het vee met moderne afrasteringen in het weiland gehouden of worden hekken geplaatst om ongewenste bezoekers (wild of personen) buiten te houden. Het is een traditie die al eeuwen oud is. Vanaf de middeleeuwen gebruikte men houten hekwerken, hagen of wallen. Met name in de afgelopen honderd jaar zijn deze veelal verdwenen, terwijl de oorspronkelijk functie al veel eerder was vervallen. Wanneer hier wordt gesproken van wal wordt ook de begroeiing of het hekwerk op de wal bedoeld. Daarover is jammer genoeg weinig bekend. Wel zijn deze landschappelijke elementen nog terug te vinden op oude kaarten. Wie zijn ogen goed de kost geeft, kan echter nog resten van deze oude walsystemen in het landschap terug vinden. Hieronder worden een aantal bijzondere voorbeelden uit Wageningen en Barneveld beschreven.

Wildwallen

Een van de langste wallen is de Wildwal van Lunteren naar Wageningen waarvan onder andere langs de Zoomweg in Wageningen nog resten te zien zijn.  Deze 15 kilometer lange wal voorzien van een greppel had tot doel om het wild van de akkers af te houden. Bovenop de wal stond een houten hekwerk of een haag. De wal werd niet in een keer aangelegd. Naarmate het akkerareaal zich uitbreidde werd deze wal steeds verder naar het oosten verlegd tot uiteindelijk op de huidige plaats. Intrigerend is dat 500 meter naar het westen zich nog een tweede wal bevindt, die waarschijnlijk kort na 1600 is aangelegd. Deze ligt tegenwoordig midden in het bos. Hoe beide wallen zich precies tot elkaar verhouden is niet bekend. Ook de heidewal ten oosten van Kootwijkerbroek en de wal bij Garderbroek, zijn om dezelfde reden aangelegd.  Deze liggen net als de Wildwal op de grens van het akkerbouwgebied en de heide. De boerderijen de Grote Heg en De Wal herinneren aan de wal bij Garderbroek waarbij Heg verwijst naar de heg of haag  die hier ooit op de wal stond.

afb02
Boeschoten in 1805. De buitenste wal is goed herkenbaar.

De buitenste wal van het middeleeuwse goed Boeschoten in Garderen, dat oorspronkelijk geïsoleerd op de heide lag, zal eveneens bedoeld zijn geweest om het wild te weren en het vee binnen te houden. Bovendien markeerde deze wal het wildforstersleen. Hier bevindt zich ook nog een tweede wal aan de rand van de akkers. Waarschijnlijk liet men varkens in het bos tussen de beide wallen hun kostje bij elkaar scharrelen, waarbij de buiten en binnen wal ervoor zorgden dat deze niet de heide of de akkers op liepen. Hoe oud deze wallen zijn is niet bekend. De markering van het leengoed zal in de middeleeuwen in eerste instantie bestaan hebben uit een aantal palen op de heide die de hoeken markeerden. Pas later zal deze grens vervangen zijn door een wal. Of de buitenste wal ook indringers buiten moest houden of liever gezegd hinderen is niet bekend, maar kan niet worden uitgesloten. Het was immers een eenzaam bestaan midden op de uitgestrekte heidevelden. Vanwege het innen van ruimgeld, een vergoeding voor het gebruikt van de de gronden van de graaf van Gelre en het wildbeheer was de wildforster waarschijnlijk niet altijd geliefd.

Ook andere boerderijen in Barneveld kenden omwallingen bijvoorbeeld Horselaar en Espeet, terwijl mogelijk ook de wallen van de Wilde Kamp samen hangen met een middeleeuws erf.

De meentwal

afb10 Essenergemeentewal
De meentwal is op luchtfoto’s goed herkenbaar als lijn in het landschap (gele pijltjes)
De essener meentwal op de kaart van De Man (ca. 1805)
De Essener meentwal op de kaart van De Man (ca. 1805)

In de zestiende eeuw ontstond een conflict tussen de inwoners van de buurtschap Essen en Kootwijkerbroek over het gebruik van het heidegebied tussen beide nederzettingen in. Deze heide was van groot belang. Hier werden de schapen geweid die zorgden voor mest die essentieel was voor de akkerbouw. De mest werd in de schaapskooi gemengd met heideplaggen en op het land uitgereden. Het was een arbeidsintensieve methode die veel tijd van de boeren vergde.  Het  meningsverschil tussen de dorpen leidde ertoe dat de inwoners van Essen in 1565 een circa 6 kilometer lange  wal aanlegden (meentwal) om hun deel op te eisen en af te grendelen. Overigens werd de wal door de inwoners van Essen én Kootwijkerbroek gezamenlijk  in 1696 onderhouden: “Partijen zijn overeengekomen dat de oude wal of sloot tussen het Essense malenveld en het Puijrveen, door mannen van weerszijden zal opgemaakt worden en regelen voorts de wijze waarop van weerszijden plaggen mogen worden gemaaid en vee geweid en geschut.” Deze wal blijft tot op heden het landschap bepalen. Weliswaar zijn delen verdwenen, maar het is nog steeds een verkavelingsgrens waarbij aan beide zijden van de wal een duidelijk onderscheid in de

De herstelde meenwal en het onlangs geplaatste informatiebord (foto Uitdetijd)
De herstelde meenwal en het onlangs geplaatste informatiebord (foto Uitdetijd)

verkaveling te zien is. Eind 2015 is een klein stukje van de wal hersteld en voorzien van een informatiebord. Kootwijkerbroek heeft niet alleen de Puurveense molen teruggekregen maar ook dit bijzondere stukje van de ontginningsgeschiedenis van het gebied. Vanaf het Walhuisje (..) in de noordwesthoek liep nog een wal, die wel wordt aangeduid als de Brandwal naar de gelijknamige boerderij. Deze wal vormde tevens de grens tussen de kadastrale gemeenten Barneveld en Garderen. Over de oorsprong hiervan is mij nog niets bekend. Aan de oostrand van het toenmalige Kootwijkerbroek lag ook een wal die aansloot op de meentwal maar die een andere functie had : namelijk de bescherming van de akkers tegen wild.

Een landweer

Van een geheel andere orde is de landweer. In 1421 wordt deze vermeld:   “Doe sij daer quamen, doe wonnen sij hem die lantweer af die te Barnevelt gemaeckt was, roofden en branden dat dorp te Barnevelt ende veel datter bijstont, ende onlange daerna togen die van Utrecht ende van Amersfoerde in die Veluwe, branden en roofden ter Schuer ende Voorthuijsen ende dat dorp te Putten, ende deden dair groote schade.

Een landweer bestond uit een wal voorzien van een haag en een diepe greppel

Detail van de kaart van Passavant (1697) met in de cirkel de betreffende wal
Detail van de kaart van Passavant (1697) met in de cirkel de betreffende wal op het heetveld.

die vooral bedoeld was om indringers te weren. Er zijn weinig aanwijzingen waar de Barneveldse landweer, of misschien waren er zelfs meerdere, lagen. Tijdens de opgraving in Harselaar West-West werd door de onderzoekers van BAAC een greppelysteem gevonden waarvan zij veronderstelden dat het resten van een landweer waren. Zekerheid is er echter niet.
Wel zijn er op een andere plaats in Barneveld sterkere aanwijzingen voor een landweer. Op de kaart van Passavant uit 1697 is de aanzet van een wal te zien. Door nauwgezet de kaart van Passavant te vergelijken met de kadastrale minuut uit 1832 bleek dat er nog weinig was veranderd. Bovendien kon de wal worden gesitueerd op de plaats van de huidige Oldenbarnevelderweg. Deze werd overigens in de negentiende eeuw nog de dijk genoemd. Deze ligt tussen de Grote en Kleine Barneveldse beek waartussen ook het dorp Barneveld lag. Een landweer op deze plaats lijkt logisch. De landweer en de beide beken beschermden het dorp aan drie zijden. Het gevaar kwam bovendien hoofdzakelijk uit het westen waar de landweer lag. Het is om deze redenen goed mogelijk dat de Oldenbarnevelderweg het restant is van een (de?) landweer van Barneveld.

Wallen met onbekende functie

1871 Stroe
De driehoekige aanleg bij Stroe (1870)

Ook komen we wel wallen tegen waarvan de betekenis ons vooralsnog ontgaat. Op de heide bij Stroe (Zwarte Berg) ligt een omwald terrein met merkwaardige driehoekige vorm van ca. 300 x 300 meter. Deze structuur staat al op de negentiende eeuwse kaarten aangegeven maar er heeft nog geen onderzoekplaats gevonden. Een ander voorbeeld is het restant van een ca. 8 meter

Een hout(?)wal bij Stroe.
Een hout(?)wal bij Stroe.

brede wal van ca. 2 meter hoogte ten oosten van Stroe. Het lijkt erop dat het hier om het restant van een houtwal  (100 x 140 meter) gaat maar de afmetingen van de wal passen gevoelsmatig daar niet echt bij. Een andere verklaring dan een houtwal ontbreekt echter op dit moment.

Stuifzandwallen

Aan de noord en zuidzijde van Kootwijk zijn rond 1900 aan de rand van het stuifzand ook houtwallen aangelegd die moesten voorkomen dat het stuifzand op de akkers waaide. Deze houtwallen zijn in sommige gevallen uitgegroeid tot imposante stuifzandwallen. Waarschijnlijk had de wal op de grens van de heide en het bos aan de noordzijde van de Houtbeek bij Stroe een vergelijkbare functie. Het stuifzand is hier pas laat aangeplant.

Kootwijk. De begroeiing binnen de geel omrande gebieden wijst op de aanleg tegen het opdringende stuifzand.
Kootwijk. De begroeiing binnen de geel omrande gebieden wijst op de aanleg tegen het opdringende stuifzand.