Het prachtige natuurgebied bij Garderen is een bezoek meer dan waard. Het is vooral genieten van de omgeving maar het is goed om te weten dat het bos en soms ook afzonderlijke bomen een bijzondere geschiedenis kennen.
Afgelopen zondag heb ik een prachtige wandeling door de bossen en heide bij Boeschoten, Bergsham en de Wilde Kamp gemaakt. Volgens velen een parel van de Veluwe. Er liggen grafheuvels, oude wallen, schaapskooien en midden in het bos ineens een boerderij met akkers rondom: Het oude wildforstersgoed Boeschoten. Daarover een andere keer meer. Nu gaat het over de natuur die de geschiedenis van het gebied uitstraalt. Veel bomen hebben een eigen geschiedenis. De rode beuken, die nu niet zo opvallen, aan de oostrand van de akkers zijn ooit geplant toen in de jaren dertig een medewerker (dhr. Oosting) van Staatsbosbeheer met pensioen ging. Toen jaren later zijn zoon, die hem was opgevolgd, ook met pensioen ging, werd de tweede beuk geplant. Beide bomen stonden aan weerszijde van het kerkepad dat ooit tussen de akkers naar Boeschoten liep. De linde, midden op de akkers, heeft de geschiedenis als het ware langs zich heen zien trekken. Misschien dat deze indrukwekkende boom zelfs de Franse troepen, die 200 jaar geleden Nederland bezetten, heeft gezien. Ondanks deze respectabele leeftijd kan deze grijsaard niet concurreren met de 1600 jaar oude olijfbomen van Gortyn op Kreta, maar toch. Bij het Gat van Zus wordt overigens geprobeerd om de linde weer terug te krijgen in het bos.
Verder op staan in het bos aan de noordkant van Boeschoten langs de paden soms naaldbomen in een hoofdzakelijk loofbos. Ook die hebben een eigen verhaal. In de oorlog hadden de Duitsers de meeste bomen laten kappen. Toen na de oorlog de Nederlandse regering veel hout nodig had voor de wederopbouw en de mijnbouw, wilde men dat er weer naaldbomen werden geplant. De eigenaar wilde echter een Nederlands loofbos terug. Na veel getouwtrek kreeg hij uiteindelijk toestemming om loofbomen te planten, op voorwaarde dat langs de paden twee rijen naaldbomen werden geplant om de eiken en beuken aan het zicht te onttrekken……
Tot in de eerste helft van de twintigste eeuw bestond het gebied grotendeels uit heide met wat hakhout. De schaapskuddes verdwenen, zij waren door de komst van kunstmest niet meer nodig voor de mest en bovendien kon de wol goedkoper
worden geïmporteerd. De heide, die essentieel was voor de landbouw, was niet meer nodig als weidegebied en om plaggen te steken. Deze voormalige maalschapsgronden werden deels verkocht aan particulieren, maar het grootste deel ging naar de voorganger van Staatsbosbeheer. De heide die niks meer opbracht werd omgevormd tot productiebos. In de bossen op de Bersham kom je nog regelmatig ‘dansende bomen’ tegen die herinneren aan deze periode. Door de schapen werden ook de jonge uitlopers van de bomen afgevreten en om stookhout te krijgen werden de jonge bomen iedere 10 jaar afgezet. Daardoor ontstonden grillige soms spiraalvormige bomen.
Op de Wilde Kamp treffen we nog oudere vormen aan. Hier ontstonden door het begrazen en/of de periodieke houtkap bijzonder eikenklusters. Diverse stammen staan hier min of meer cirkelvormig bij elkaar. Men heeft gedacht dat deze wel 1000 jaar oud waren, maar tien jaar geleden bleek uit onderzoek (stuifmeel, bodemkundig, DNA, archeologisch) dat hier geen bewijs voor was. De onderzoekers concludeerden dat ze in de negentiende eeuw waren ontstaan als gevolg van de hakhout cultuur en/of door begrazing.
Wanneer u op ontdekkingsreis wilt gaan in dit bijzondere gebied dan het Pad van Zus een aanrader.
Begin 2014 werd in Boeschoten (Barneveld-Garderen) een cultuurhistorische wandelroute gepresenteerd ‘Het Pad van Zus” (uitgeverij Matrijs), die u meeneemt door een prachtige natuur met veel verrassingen. De route is aangegeven vanaf P-Hogesteeg (Garderen) met de paarse schildjes. Het neemt u mee langs avontuurlijke paden en verteld over de bezienswaardigheden. Maar kijk onderweg niet teveel in het boekje anders mist u teveel. Een ree, hert, vos of zwijn is zo weer verdwenen….